ITALIAANSE LITERATUUR VI 

ANTONIO TABUCCHI

• Alfred Krans

Antonio Tabucchi (Pisa 1943-Lissabon 2012) was professor in de Portugese letterkunde aan de universiteit van Genua. Hij heeft in Italië het werk van Fernando Pessoa vertaald. Als een meester van besluiteloosheid heeft hij vaak in zijn verhalend proza onderzoekingen zonder resultaat alsuitgangspunt genomen, die verrassend eindigen, zoals in Notturno indiano, een korte roman uit1984 en in de verhalenbundel Piccoli equivoci senza importanza (in het Nederlands vertaald als Kleine onbelangrijke vergissingen). In 1997 schreef hij La testa perduta di Damasceno Monteiro (Het verloren hoofd) over een dode man in een park, die op het politiebureau in een plaatsje boven Lissabon vermoord blijkt te zijn. Het verhaal is gebaseerd op een nieuwsbericht en op het onderzoek van de Europese Raad naar het respecteren van mensenrechten op politiebureaus. In Ena poukamiso gemato likedes, geschreven in 1999 in Athene, vergelijkt hij twijfels met vlekken op een shirt. Zitten er geen vlekken op, dan twijfelt Tabucchi, omdat het shirt dan te schoon is. Het is de taak van intellectuelen om perfectie in twijfel te trekken, omdat daaruit dictators en totalitaire ideeën voortkomen.

De laatste jaren woonde Tabucchi de ene helft van het jaar in Lissabon, waar hij schreef en de andere helft in Toscane. Hij heeft vele Italiaanse, Franse en Portugese prijzen ontvangen en verschillende romans zijn verfilmd.

Een fragment uit Bioscoop uit de verhalenbundel Kleine onbelangrijke misverstanden:

[….] De trein kwam bruusk met een geknars van de wielen tot stilstand en braakte snuivend rook uit. Het raampje van een van de coupés ging naar beneden en de hoofden van vijf meisjes verschenen. Ze hadden allemaal geblondeerde haren tot op hun schouders en krullen op hun voorhoofd. Ze begonnen te lachen en te kletsen en riepen: “Elsa, Elsa!” Een rossige schoonheid, met een groene strik in het haar, boog zich ver uit het raampje en maakte opgewonden begroetingsgebaren. Elsa versnelde haar pas en kwam naast de coupé, terwijl ze de vrolijk zwaaiende handen aanraakte, die naar haar uitgestoken waren. “Corinna!”riep ze naar de rossige schone, “wat heb je met je haar gedaan!?” “Sanverio zegt, dat ik er zo leuk uit zie”, lachte Corinna, terwijl ze een knipoog gaf en met haar gezicht een grimas trok naar wie in de coupé zaten. “Klim naar binnen, vlug, blijf daar niet staan, ”riep ze met haar hoge stem. Toen slaakte ze een kreet: ”Oh, meisjes, daar staat een Rudolf Valentino!” Alle meisjes leunden uit het raampje en begonnen met hun handen te zwaaien om de aandacht van de door Corinna genoemde man te trekken. Eddie stond achter het bord met de vertrektijden op het perron en kwam onverschillig naar voren, het haar over zijn ogen. Op datzelfde moment kwamen twee Duitse soldaten door het toegangshek het station binnen en gingen naar het hokje van de stationschef. Na een paar seconden kwam de stationschef met zijn rode vlag naar buiten en begaf zich met gezwinde pas naar de locomotief, waardoor zijn weldoorvoede lijf goed uitkwam. De twee soldaten gingen voor de cabine van de machinisten staan alsof ze iets moesten bewaken. De meisjes vielen stil en volgden het tafereel met bezorgdheid. Elsa zette haar koffer op de grond en keek verward naar Eddie. Die gaf haar een teken hem te volgen en hij ging op een bank zitten onder een reclameposter van de Riviera, trok een krant uit zijn zak en hield die voor zijn gezicht.
Corinna had het tafereel gevolgd en leek alles te hebben begrepen. “Kom, lieverd, wil je naar binnen klimmen?” Met haar hand wenkte ze een frivole groet naar de twee soldaten, die naar haar keken en ze toverde een stralende lach tevoorschijn. Ondertussen kwam de stationschef met de opgerolde vlag onder zijn arm terug en Corinna vroeg hem wat er aan de hand was.
“Wie dat weet, is wijs,” antwoordde de man en trok zijn schouders op, “het schijnt, dat we een kwartier moeten wachten, maar ik weet niet waarom, het zijn bevelen.”
“O, maar dan kunnen we uitstappen om even de benen te strekken?” tjirpte Corinna uitgelaten en meteen sprong ze uit de trein, gevolgd door de anderen. “Jij stapt in”, fluisterde ze, terwijl ze langs Elsa liep, “wij proberen ze af te leiden.”De groep ging naar de plek tegenover Eddie, terwijl ze voor de soldaten langs liepen. “Is er op dit station geen kiosk? ”riep Corinna met luide stem, terwijl ze om zich heen keek. Zo trok ze meteen de aandacht, ze liep opvallend heen en weer en rommelde in haar schoudertas. Ze trok een gebloemd vest aan en sandalen met kurkzolen. “De zee!” riep ze, “meisjes, kijk naar de zee, is het niet goddelijk!” Ze leunde theatraal tegen de eerste lantaarn en sloeg met een kinderlijk gebaar haar hand voor haar mond. “Als ik de kleren ervoor had, zou ik er zeker in de herfst naar toe gaan,” zei ze en schudde de waterval van rossige krullen over haar schouders heen en weer. De twee soldaten bekeken haar verbaasd en konden hun ogen niet van haar afhouden. En toen kreeg Corinna een lumineuze inval. Misschien was het de lantaarn, die het haar influisterde, of de noodzaak om een situatie op te lossen, die niet anders opgelost kon worden. Ze deed haar blouse naar beneden tot aan haar schouders, leunde tegen de lantaarn, zwaaide met haar tas heen en weer, spreidde haar armen uit en wendde zich naar een denkbeeldig publiek, terwijl ze knipoogde alsof iedereen haar medeplichtige was. “Dit zingen ze in de hele wereld,” riep ze, “ook onze vijanden!” Ze keerde zich naar de meisjes en klapte in haar handen. Het werd een schouwspel wat ze vervolgens deed, ze bewoog haar benen op en neer in een marsritme zonder ze te verplaatsen, met haar hand aan haar voorhoofd in een militaire groet. Corinna hield zich met één hand aan de lantaarn vast om zich in evenwicht te houden en marcheerde gracieus. Haar rok waaide op en ze liet haar blote benen zien. “Vor der Kaserne vor dem grossen Tor, stand eineLaterneundstehtsie noch davor… so wollen wiruns da wiedersehen, bei der Laterne wollen wir stehen, wie einst Lili Marleen, wie einst Lili Marleen.”De meisjes applaudisseerden, een soldaat floot. Corinna bedankte schertsend met een buiging en ging naar de fontein naast de haag. Ze maakte haar slapen met haar vinger nat, terwijl ze oplettend in de straat tegenover haar keek, daarna ging ze weer naar de treeplank van de coupé, gevolgd door de meisjes. “Auf wiedersehen, liefjes”, riep ze naar de soldaten, terwijl ze naar binnen sprong, “we gaan weg, we reizen verder.”Elsa wachtte haar in het gangetje op en sloot haar in haar armen. Oh, Corinna, je bent een engel, ”zei ze en gaf haar een kus. “Hou daar mee op”, antwoordde Corinna met een zucht en begon te huilen als een kind.De twee soldaten kwamen naar de trein en bekeken de meisjes, ze spraken in kleine zinnetjes, een van hen kende een paar Italiaanse woorden. Op dat moment hoorde men het geluid van een motor en een zwarte auto reed door het hek, over het hele perron en stopte bij de kop van de trein, naast de eerste coupé. De meisjes leunden naar buiten om te kijken wat er aan de hand was, maar het spoor had een flauwe bocht en het was niet gemakkelijk om het goed te zien. Eddie bewoog zich niet op het bankje, hij was ogenschijnlijk verdiept in het lezen van de krant, die zijn gezicht verborg. “Wat is er, meisjes?” riep Elsa, die onverschillig probeerde te doen, terwijl ze haar spullen in het bagagenet legde. “Niets”, antwoordde een van hen, “het moet een kopstuk zijn, maar hij is in burger, hij is in de eerste coupé geklommen”.